Hemelvaart van Christus, ca. 1545

Hoog boven de horizon wordt Jezus door engelen ten hemel gevoerd. Daarmee is de aardse fase van Jezus’ bestaan afgesloten. Het grootste deel van de compositie wordt ingenomen door de achterblijvers. Door hun blikrichting wordt de aandacht gevestigd op Christus’ Hemelvaart. De relatief grote figuren op de voorgrond versterken het perspectief. De figuren dragen klassieke gewaden met diepvallende plooien die de lichaamscontouren zichtbaar laten. Aertgen vergroot hiermee het historisch gehalte van de voorstelling. De kunstenaar bestudeerde hiertoe de prenten van Maarten van Heemskerck, die in 1532 naar Italië was gereisd en daar monumenten uit de oudheid had gekopieerd.