Leidse meesters rond het Laatste Oordeel
Het 'Laatste Oordeel' (1526-27), het beroemde drieluik van Lucas van Leyden, krijgt gedurende de restauratie en uitbreiding van Museum De Lakenhal een nieuw onderkomen in de Eregalerij van het Rijksmuseum in Amsterdam. Vooruitlopend op deze ingrijpende verhuizing is rondom dit drieluik een presentatie ingericht met werken van moderne en hedendaagse Leidse meesters uit de collectie van Museum De Lakenhal. Zo is een verrassende combinatie ontstaan van het zestiende-eeuwse drieluik met schilderijen uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. Een laatste eerbetoon aan het Laatste Oordeel.
INSPIRATIE
In de loop van bijna vijfhonderd jaar heeft het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden vele kunstenaars geïnspireerd, en ook vandaag is de impact op kunstenaars én publiek nog altijd groot. In de huidige presentatie is het drieluik omgeven door het werk van vier Leidse kunstenaars. Voor Jan Wolkers (Oegstgeest 1925 – Westermient 2007) en Kees Buurman (Leiden 1933 – Leiden 1997) maakte het werk van Lucas van Leyden deel uit van hun culturele opvoeding en ontwikkeling. Jan Wolkers maakte voor zijn overlijden nog één groot schilderij, waarin hij in gedachten terugkeerde naar het Leiden van zijn jeugd. Dit Grote Gele Doek, dat gezien kan worden als het ‘laatste oordeel’ van Jan Wolkers, is nu voor het eerst te zien naast het 16e-eeuwse drieluik. Allart Lakke (Zeist 1961) en Maurice Braspenning (Rotterdam 1968) maakten in de afgelopen jaren werk dat direct geïnspireerd is op het Laatste Oordeel. De presentatie wordt gecompleteerd door een werk dat de kunstenaar Jan Rothuizen (Amsterdam 1968) in 2010 maakte naar aanleiding van de collectie van Museum De Lakenhal, getiteld ‘VOOR ALTIJD TOEN’. De presentatie werd speciaal voor deze gelegenheid ingericht door directeur Meta Knol.
het laatste oordeel
Het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden wordt ook wel ‘de Nachtwacht van de 16e eeuw’ genoemd. Al sinds het ontstaan in 1526-15267 speelt het monumentale drieluik een toonaangevende rol in de Leidse kunstwereld. Maar de roem van het schilderij strekt zich ook uit tot ver over de landsgrenzen. Toen eind 16e eeuw de beeldenstormers Leiden onveilig maakten, nam het stadsbestuur het drieluik in bewaring in het stadhuis. Daarmee werd de basis gelegd voor de Leidse verzamelingen, die in 1874 leidden tot de opening van Museum De Lakenhal. Nog altijd vormt het Laatste Oordeel het onbetwiste hoogtepunt van de collectie.
Drieluik met het Laatste Oordeel
Lucas van Leyden
Het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden geldt als meesterwerk van de noordelijke Renaissance. De natuurlijke weergave van het lichaam in complexe houdingen bereikte Lucas door studie van anatomie en perspectief met behulp van prenten naar werk van renaissanceschilders als Michelangelo, Rafaël, Dürer en Signorelli. Het onderwerp is ontleend aan de Openbaring van Johannes (20: 11-15), waarin hij als in een visioen de terugkeer van Christus op aarde beschrijft. Omringd door de apostelen, heiligen en engelen oordeelt Christus op de Laatste Dag wie naar de hemel gaat en wie naar de hel. De gelukzaligen worden links naar de hemel geleid, rechts sleuren gedrochten en duivels de verdoemden het hellevuur in. In afwijking van de traditie schilderde Lucas van Leyden het drieluik zonder opdrachtgevers. Lucas van Leyden maakte dit drieluik in opdracht van de kinderen van Claes Dircsz. van Swieten ter nagedachtenis aan hun vader, een Leidse houthandelaar, kerkmeester, schepen en in 1523 ook burgemeester van Leiden. Na voltooiing werd het in de Pieterskerk geplaatst. De patroonheiligen van Leiden, de apostelen Petrus en Paulus, schilderde Lucas op de buitenzijden van de luiken. Petrus en Paulus zitten vóór een indrukwekkend landschap dat om diepte te suggereren met verschillende kleuren en volgens een vast schema is opgebouwd. Bij het schilderen koos Lucas voor een hoog gezichtspunt, waardoor hij in dit fantasielandschap zoveel mogelijk elementen uit de zichtbare wereld kon samenbrengen. Zijn Antwerpse tijdgenoot Joachim Patinier maakte als eerste het landschap tot hoofdonderwerp en bracht de religieuze figuratie terug tot bescheiden proporties.
Lees meerRESTAURATIE EN UITBREIDING
Vanaf medio 2016 zal Museum De Lakenhal tijdelijk de deuren sluiten ten behoeve van restauratie en uitbreiding. De feestelijke heropening staat gepland voor medio 2018. In de tussenliggende periode gaan de belangrijkste topstukken uit de collectie op reis naar andere Nederlandse musea, waaronder het Rijksmuseum in Amsterdam. Het hoogwaardig restaureren van de 17e-eeuwse ‘Laecken-Halle’ staat tijdens de werkzaamheden voorop. Daarnaast wordt Museum De Lakenhal uitgebreid met een nieuwe vleugel, met daarin onder meer twee nieuwe expositiezalen. In het bestaande complex komt daardoor meer ruimte voor de vaste collectie én meer ruimte voor het publiek.
lees meer in het verhaal over
restauratie en uitbreiding