Home

UTOPIA 1900-1940. Visies op een Nieuwe Wereld (22 september 2013 - 5 januari 2014)

12 april 2013

Aan het begin van de 20ste eeuw ontstaan twee avant-garde bewegingen die de wereld met een enorme overtuiging willen veranderen: het Expressionisme en het Constructivisme. In dit utopisch streven naar Een Nieuwe Mens in een Nieuwe Samenleving gaan de twee gelijk op; in hun invulling daarvan staan zij diametraal tegenover elkaar. De tentoonstelling UTOPIA brengt dit 20ste-eeuwse spanningsveld in beeld met topstukken uit binnen- en buitenland en opent daarmee een nieuwe horizon voor bezoekers uit de 21ste eeuw. In UTOPIA komen beeldende kunst, film, architectuur, dans, theater, design en fotografie aan bod met werk van kunstenaars als Kazimir Malevich, Emil Nolde, Ernst Ludwig Kirchner, Franz Marc en El Lissitzky. Bijzondere bruiklenen van onder meer het Centre Pompidou in Parijs, Museum Albertina in Wenen, de Hamburger Kunsthalle en nog niet eerder getoond werk uit de Zwitserse Merzbacher collectie, maken het beeld compleet. UTOPIA is het vervolg op de succesvolle tentoonstelling Theo van Doesburg and the international Avant-Garde, die Museum De Lakenhal in 2009 i.s.m. Tate Modern Londen presenteerde.

Utopia

Het fenomeen Utopia wordt al in 1516 geïntroduceerd in het gelijknamige boek van Thomas More. Hierin schetst hij een ideale maatschappij, gelokaliseerd op een denkbeeldig eiland in de Stille Zuidzee. Waarom leeft het idee van een utopische samenleving juist aan het begin van de 20ste eeuw weer op? Al voor de eerste wereldoorlog heerst er een wijdverspreid gevoel dat het radicaal anders moet. De tentoonstelling UTOPIA illustreert dat kunstenaars zich geroepen voelden om een ware revolutie te ontketenen die grenzen van landen en disciplines zou overstijgen.

Een radicale ommekeer

In ronkende manifesten verwoorden de constructivisten en expressionisten hun utopische ambities: het verleden moet worden afgebroken om met een geheel nieuwe samenleving te kunnen beginnen. Van theelepeltje tot wolkenkrabber ontwerpen kunstenaars de omgeving van de Nieuwe Mens. Niet alleen kunst en design, ook theater, dans en film worden ingezet om de Nieuwe Mens van het goede voorbeeld te voorzien. Tegenover het collectivistische ideaal van de constructivisten staat de expressionistische nadruk op individuele vrijheid. Met deze twee pijlers worden belangrijke lijnen uitgezet voor de ontwikkeling van de moderne kunst in de 20ste eeuw. De rol van de kunstenaar binnen de samenleving zal vanaf deze periode voortdurend opnieuw bevraagd worden.

Expressionisme

De primitieve culturen die de expressionisten in de volkenkundige musea leren kennen zijn een grote inspiratiebron bij hun zoektocht naar vrijheid en oorspronkelijkheid. Wij zien deze ideeën vertaald op de schilderijen van Jan Sluijters, Ernst Ludwig Kirchner en Emil Nolde, maar ook op foto’s waarop figuren - ook binnenshuis - naakt zitten, dansen en roken, en in de zogenaamde Ausdrucktanz die groot wordt onder Rudolf von Laban en Mary Wigman. Ook de films uit die tijd zijn herkenbaar expressionistisch dankzij grote licht-donker contrasten in de shots, hevige emoties, karikaturale make-up en dramatische gebaren. Op de tentoonstelling UTOPIA speelt film dan ook een belangrijke rol.

Constructivisme

De Russische Revolutie van 1917 is een baken van hoop voor alle progressieve bewegingen. Er is sprake van “een nieuw tijdsbewustzijn” zoals de kunstenaar Theo van Doesburg het in het Leiden van 1918 in vier talen formuleert. De Russische constructivisten, de Futuristen en de kunstenaars van De Stijl en het Bauhaus worden gedreven door de ambitie om een geheel nieuwe wereld te creëren met een internationale, tot abstract-geometrische vormen gereduceerde beeldtaal die toegepast zou worden op alle disciplines. Op de tentoonstelling is duidelijk zichtbaar dat deze “constructeurs van het nieuwe leven” één en dezelfde beeldtaal voor alle mensen en een versmelting van kunst en leven voor ogen hadden. Beeldend kunstenaars als El Lissitzky en Franz Wilhelm Seiwert verbeelden de universele mens binnen een gemechaniseerde wereld, componisten gebruiken het geluid van machines in hun composities, objecten en meubels weerspiegelen de machinale productie waarmee ze zijn gemaakt, theater- en dansvoorstellingen tonen mechanische mensfiguren binnen constructivistische decors, films benadrukken het moderne leven met zijn machines en binnen de nieuwe architectuur overheersen rationaliteit en mathematiek. De architect Le Corbusier schrijft in 1920 terecht dat “A great era … has begun”.

Joep van Lieshout

De Nederlandse kunstenaar Joep van Lieshout (Atelier Van Lieshout) creëert het eigentijdse equivalent van UTOPIA door in opdracht van Museum De Lakenhal een nieuw werk te maken dat mede geïnspireerd is op de Leidse historische wolnijverheid. Dit nieuwe werk wordt toegevoegd aan de museumcollectie.

Publicatie

Bij de tentoonstelling verschijnt een Nederlands-Engelstalige publicatie bij NAi Publishers. Met bijdragen van: prof. Christina Lodder, dr. Gregor Langfeld, drs. Doris Wintgens Hötte en Judit Bozsan.

Noot voor de redactie

Museum De Lakenhal is het museum voor kunst, kunstnijverheid en geschiedenis van de stad Leiden. Tot de hoogtepunten uit de collectie behoren werken van oude meesters als Lucas van Leyden, Rembrandt van Rijn en Jan Steen, maar ook van moderne kunstenaars als Theo van Doesburg, Jan Wolkers en Erwin Olaf. Museum De Lakenhal maakt kwaliteitsvolle tentoonstellingen van (inter)nationaal belang op basis van Leidse bronnen. Het museum profileert zich als een vernieuwend netwerkmuseum en verbindt heden en verleden door bezoekers te inspireren met oude en nieuwe gezichtspunten.

Voor meer informatie

Afdeling Publiek van Museum De Lakenhal
Minke Schat
Tel. 071 5165 360 / 06 11 01 88 31
pr@lakenhal.nl
Museum De Lakenhal, Oude Singel 32, Leiden