Eén van de beroemdste en meest opvallende kunstwerken uit de collectie van Museum De Lakenhal is het enorme altaarstuk van het Laatste Oordeel, gemaakt door Lucas van Leyden in ca. 1526-27 als memorietafel voor Claes Dircsz. van Swieten, een vermogende houthandelaar en schepen van Leiden die in 1525 was overleden. Op deze dag staan de doden uit hun graven op om hun lotsbestemming te bereiken in de hemel of de hel. Zij worden zacht meegevoerd door lieflijke engelen of door duivelse figuren de hellemond in gedreven, zoals beschreven in de Apocalyps. Al vroeg wordt Lucas van Leyden in heel Europa gezien als wonderkind vanwege zijn sublieme etsen en tekeningen. Als geen ander geeft hij verhalende kwaliteiten aan Bijbelse en wereldse onderwerpen. Naastenliefde, losbandigheid, zedeloosheid en vrouwenlisten zijn Lucas van Leydens favoriete thema’s.
LUCAS ALS LEERLING
Zoals zijn naam al doet vermoeden, is Lucas van Leyden (ca. 1494 - 1533) in Leiden geboren. Eerst ging hij in de leer bij zijn vader, ook schilder, en daarna in het Leidse atelier van Cornelis Engebrechtsz.
Portret van een onbekende man
Lucas van Leyden
Drieluik met het Laatste Oordeel
Lucas van Leyden
Het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden geldt als meesterwerk van de noordelijke Renaissance. De natuurlijke weergave van het lichaam in complexe houdingen bereikte Lucas door studie van anatomie en perspectief met behulp van prenten naar werk van renaissanceschilders als Michelangelo, Rafaël, Dürer en Signorelli. Het onderwerp is ontleend aan de Openbaring van Johannes (20: 11-15), waarin hij als in een visioen de terugkeer van Christus op aarde beschrijft. Omringd door de apostelen, heiligen en engelen oordeelt Christus op de Laatste Dag wie naar de hemel gaat en wie naar de hel. De gelukzaligen worden links naar de hemel geleid, rechts sleuren gedrochten en duivels de verdoemden het hellevuur in. In afwijking van de traditie schilderde Lucas van Leyden het drieluik zonder opdrachtgevers. Lucas van Leyden maakte dit drieluik in opdracht van de kinderen van Claes Dircsz. van Swieten ter nagedachtenis aan hun vader, een Leidse houthandelaar, kerkmeester, schepen en in 1523 ook burgemeester van Leiden. Na voltooiing werd het in de Pieterskerk geplaatst. De patroonheiligen van Leiden, de apostelen Petrus en Paulus, schilderde Lucas op de buitenzijden van de luiken. Petrus en Paulus zitten vóór een indrukwekkend landschap dat om diepte te suggereren met verschillende kleuren en volgens een vast schema is opgebouwd. Bij het schilderen koos Lucas voor een hoog gezichtspunt, waardoor hij in dit fantasielandschap zoveel mogelijk elementen uit de zichtbare wereld kon samenbrengen. Zijn Antwerpse tijdgenoot Joachim Patinier maakte als eerste het landschap tot hoofdonderwerp en bracht de religieuze figuratie terug tot bescheiden proporties.
Lees meerVerzoeking van de Heilige Antonius
Lucas van Leyden
Cornelis Engebrechtsz. (Leiden ca. 1462 - aldaar 1527)
Engebrechtsz. is de eerste belangrijke kunstschilder uit Leiden en de leermeester van Lucas van Leyden. Wat we over zijn leven weten is bekend uit het Schilder-Boeck (1604) van kunstenaarsbiograaf Karel van Mander. Naast leerlingen van buiten worden ook zijn drie zoons in het atelier opgeleid. Samen produceren zij religieuze kunst voor de kloosters en kerken in Leiden en omgeving.
STIJLONTWIKKELING
Cornelis Engebrechtsz. werkt in de traditie van de vijftiende eeuw met een devotionele beeldentaal, complexe compositieschema's en een ongebreidelde aandacht voor het detail, terwijl zijn leerling Lucas van Leyden kiest voor een doorlopend visionair tafereel, een steeds verdere reductie van compositieschema's en kleuren en minimalisering van detaillering.
Drieluik met de kruisiging van Christus
Cornelis Engebrechtsz.
Cornelis Engebrechtsz. schilderde dit drieluik met veel aandacht voor individuele emotie en detail. Zijn stijl is ontleend aan de Antwerpse maniëristen. De zijluiken tonen taferelen uit het Oude Testament die in relatie staan tot de hoofdvoorstelling; de kruisiging van Christus. Links het offer van Abraham en rechts de oprichting van de koperen slang. In de predella, het onderstuk, groeit uit het lijk van Adam een boom waaruit volgens de legende het kruishout werd gemaakt. Het altaarstuk werd gemaakt voor het, bij Leiden gelegen, Augustinessen-klooster Mariënpoel. De opdrachtgever, Jacob Maertensz. Schout, was er priester en rector. In de predella wordt hij geflankeerd door zijn naamheilige St. Maarten. De zusters gaan vergezeld door hun ordeheilige St. Augustinus.
Lees meerDrieluik met de bewening van Christus met stichters en heiligen, met op de buitenluiken de heiligen Apollonia, Gertrudis van Nijvel, Agatha en Agnes
Cornelis Engebrechtsz.
Zijluiken van een drieluik met stichters uit de families Van der Does en Van Poelgeest, met op de buitenluiken de wapenschilden van Willem van der Does en Henrica van Poelgeest
Cornelis Engebrechtsz.
De stichters op de twee zijluiken zijn aan de hand van de talrijke wapenborden te herkennen als nakomelingen van Jan van Lochorst en Hendrica van der Does. Het echtpaar behoorde tot de meest invloedrijke adellijke families uit Leiden. Hun nakomelingen worden vergezeld door hun patroonheiligen St. Joris en St. Maria Magdalena. Het drieluik bevond zich oorspronkelijk in de Pieterskerk te Leiden. Het middenpaneel is verloren gegaan.
Lees meermiddeleeuwen naar renaissance
De werken van Engebrechtsz. zijn nog door de middeleeuwse gotiek geïnspireerd en ontwikkelen zich later in zijn carrière steeds meer in de richting van het in Antwerpen zo populaire maniërisme, maar Lucas van Leyden stort zich vol overgave op de perfecte weergave van het menselijk lichaam, een populaire uitdaging onder kunstenaars uit de vroege renaissance.
INSPIRATIE UIT ITALIË
Lucas van Leyden vindt inspiratie in de prenten naar de schilderijen van de Italiaanse Renaissance-kunstenaar Rafaël. Lucas heeft werk Rafaël nooit gezien: hij kende het werk via de reproductieprenten van diens leerling Marcantonio Raimondi. Niet alleen wordt Lucas van Leyden gewaardeerd door eigentijdse kunstkenners en kunstenaars, maar ook door kunstenaarsbiografen als Giorgio Vasari (Arezzo, 30 juli 1511 - Florence, 27 juni 1574) en Karel van Mander (Meulebeke, mei 1548 – Amsterdam, 11 september 1606), die in hun boeken over hem schrijven.
SIGNATUUR
Let in de afbeelding hieronder op het monogram dat Lucas van Leyden gebruikte om zijn werken te signeren.
ONTMOETING MET DÜRER
In 1521 ontmoet Lucas van Leyden de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer in Antwerpen. De twee kunstenaars wisselen een groot aantal prenten uit en Dürer tekent ter plekke een portret van Lucas van Leyden. Onder Dürers invloed introduceert Lucas van Leyden het portret als nieuw genre in de Noordelijke Nederlanden.
DE INVLOED VAN LUCAS VAN LEYDEN
Lucas van Leyden sterft jong, als 39-jarige bezwijkt hij aan tuberculose. Zijn werk heeft veel invloed op kunstenaars na hem. Zo verzamelt Rembrandt zijn complete prentwerk. Net als Lucas van Leyden kiest hij zowel de gewone mens als Bijbelse thema's als onderwerp.
Lees meer in dit verhaal over:
Rembrandt en de Gouden Eeuw
TENTOONSTELLING LUCAS VAN LEYDEN EN DE RENAISSANCE
In 2011 organiseert Museum De Lakenhal de tentoonstelling 'Lucas van Leyden en de Renaissance'. Voor het eerst wordt zijn werk getoond in de context van kunstenaars als de Duitser Albrecht Dürer, Joachim Patinir uit Vlaanderen, de Italiaanse graficus Marcantonio Raimondi en de Leidse schilders Aertgen van Leyden en Cornelis Engebrechtsz. In de tentoonstelling wordt het Leidse drieluik met het Laatste Oordeel voor het eerst samen getoond met de Dans om het gouden kalf (Rijksmuseum, Amsterdam) en Christus geneest de blinde van Jericho (Hermitage, Sint-Petersburg).
HET LAATSTE OORDEEL OP REIS
Het Laatste Oordeel uit de collectie van Museum De Lakenhal is altijd in Leiden gebleven op twee korte uitzonderingen na: tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen het enorme drieluik werd opgeslagen in Limburg en in 1958, toen het getoond werd in het Rijksmuseum. Tijdens de Restauratie en Uitbreiding van het museum, tussen 2016 en 2018, verhuist het drieluik tijdelijk naar de Eregalerij van het Rijksmuseum in Amsterdam, als onderdeel van het samenwerkingsverband dat de directeuren van Museum De Lakenhal en het Rijksmuseum op 27 februari 2014 bezegelden.
We vinden elkaar op het niveau van de inhoud. Dan doet schaal er minder toe. Museum De Lakenhal is gewoon het brutale kleine zusje van het Rijksmuseum!
Meta Knol, directeur Museum De Lakenhal