vaste collectiepresentatie - doorlopend te zien
Zeven eeuwen Leids Laken
- bestel je tickets online
- luister de audiotour bij de tentoonstelling
- lees meer over Zeven eeuwen Leids Laken
Museum De Lakenhal dankt zijn naam en gebouw aan de 'Laecken-Halle'. Rond 1630 komen in Leiden nieuwe lakense stoffen van Spaanse wol op de markt. Dit heeft een stormachtige economische ontwikkeling tot gevolg, die in 1641 leidt tot de opening van een prestigieuze nieuwe keurhal: de 'Laecken-Halle'. Maar ook in de eeuwen daarvoor bepaalde de productie van wollen lakense stoffen de identiteit van de stad Leiden. De gehele eerste verdieping van Museum De Lakenhal staat in het teken van de geschiedenis van deze zeven eeuwen Leids Laken. Van de productiefases van het maken van textiel, het keuren van de stoffen door de keurmeesters tot het verval en de keerzijde van de lakenindustrie.
De Laecken-Halle
Deze collectiepresentatie bevindt zich op de eerste verdieping van het museum. In dit stadspaleis van architect Arent van 's Gravesade werden de lakense stoffen onder streng toezicht gekeurd en verhandeld. Hier kregen de stoffen hun befaamde 'lakenloodje'. Veel ziet er nog hetzelfde uit als
Topstukken in deze presentatie
In Zeven eeuwen Leids Laken vind je verschillende topstukken uit de collectie. Isaac Claesz. van Swanenburg schilderde tussen 1594 en 1612 een serie schilderijen over de textielnijverheid, waaronder 'Het spinnen, het scheren van de ketting, en het weven'. Het goudleerbehang dat nu in de Staalmeesterskamer te zien is, werd in 1649 gemaakt voor de Delftse Schouw, een vergaderplaats voor commisarissen van de trekvaart. In het voorportaal van de Staalmeesterskamer zie je de 'Bokaal van de Winterkoningin', die Koningin Elisabeth van Bohemen in 1641 aan de stad Leiden schonk.
Het spinnen, het scheren van de ketting, en het weven
Isaac Claesz. van Swanenburg
Na het Leids Ontzet vestigden Vlaamse vluchtelingen in Leiden de saainijverheid. Voor de nieuwe Saaihal aan het Steenschuur kreeg de kunstenaar Isaac Claesz. van Swanenburg tussen 1594 en 1612 opdracht om een serie schilderijen te maken over de textielnijverheid. De zeven schilderijen kwamen te hangen in de Secreetkamer, de vergaderruimte van de gouverneurs van de saainering. Zes ervan bleven bewaard en bevinden zich in De Lakenhal. Twee van de zes panelen zijn allegorieën. De vier andere schilderijen geven een gedetailleerd beeld van de bewerking van ruwe wol tot saai. Op dit schilderij is op de voorgrond te zien hoe vrouwen kettingdraden spinnen met behulp van spinnewielen. Het wiel wordt met de hand gedraaid, pedaalspinnewielen kwamen pas laat in de 17de eeuw in zwang. De Lakenhal heeft ook een spinnewiel van dit type in haar collectie. Op de achtergrond zijn mannen te zien die de draden weven. Het plein daarachter is waarschijnlijk de Oosterlingplaats, nu Garenmarkt.
Lees meerGoudleer afkomstig van de Delftse Schouw
Compagnie van Goudleermaken
De productie van goudleer kwam in de zeventiende eeuw in de Nederlanden tot grote bloei. Goudleer was een kostbaar en technisch ingewikkeld product. Een rechthoekig gesneden vel kalfsleer kreeg door het vastlijmen van bladzilver en deklagen vernis, een zilveren of gouden kleur. Met behulp van een drukplaat kon een motief in reliëf worden verkregen. Tenslotte werd het goudleer beschilderd en eventueel verder bestempeld. Goudleer werd niet alleen toegepast als behangsel maar bijvoorbeeld ook als stoelbekleding. Het goudleerbehangsel dat nu in de Staalmeesterskamer te zien is, werd in 1649 geleverd door de Compagnie van Goudleermaken in Den Haag. Het werd aangebracht in de Delftse Schouw, een vergaderplaats van de commissarissen van de trekvaart tussen Delft en Leiden. Het goudleer is voorzien van een patroon met fantasievolle ornamenten in kwabstijl. Ook de bijbehorende boord (goudleer van kleiner formaat dat als afsluiting boven- en onderaan de wand werd toegepast) heeft een dergelijke decoratie. In 1880 werd het goudleer met de schouw en de lambrisering naar De Lakenhal overgebracht. Zeventiende-eeuwse goudleerkamers op hun oorspronkelijke plaats bestaan niet meer in Nederland. Hoewel deze kamer als zodanig pas in 1940-41 werd samengesteld, geeft het een goede indruk van een zeventiende-eeuwse goudleerkamer.
Lees meerBokaal van de Winterkoningin
Hans Coenraet Breghtel
Deze bokaal van gedreven, gegoten en verguld zilver schonk de Winterkoningin Elisabeth van Bohemen in 1641 aan de stad Leiden. De bokaal was een voornaam cadeau als dank voor de door haar kinderen genoten studie aan de Universiteit en hun verblijf in het Prinsenhof aan het Rapenburg. Fijn gestippelde symbolische voorstellingen van onder meer liefde en vergankelijkheid en allerlei insecten zijn in de cartouches aangebracht. Hans Coenraet Breghtel was opgeleid in Neurenberg en werkte voor onder andere het hof in Den Haag. Door de kwaliteit en veelzijdigheid van zijn werk kreeg hij een internationale kring van opdrachtgevers. Deze bokaal is zijn vroegst bekende werk.
Lees meer
Deze tentoonstelling bezoeken met je school? Bekijk de mogelijkeheden.