Home

Zeven eeuwen Leids laken

De productie van wollen lakense stoffen bepaalt zeven eeuwen lang de identiteit en de positie van de stad Leiden. Door de textielnijverheid is Leiden in de 15e eeuw de grootste stad van Holland en in de 17e eeuw het belangrijkste textielcentrum van de wereld. Duizenden textielarbeiders uit de Zuidelijke Nederlanden, Engeland, Duitsland en Frankrijk, die om politieke of religieuze redenen hun land ontvluchten, vinden hier werk. De stevige, wollen stof is zeer geliefd over de hele wereld en de lakenloodjes, waarmee de stof van haar keurmerk wordt voorzien, vind je dan ook terug over de hele wereld.

Om de kwaliteit te waarborgen, richt het stadsbestuur zeven keurhallen in voor de stofgroepen laken, saai, baai, grein, ras, warp en fustein. De belangrijkste, de Laecken-Halle, opent in 1641. Dit gebouw maakt nu deel uit van de gebouwdelen waarin Museum De Lakenhal is gevestigd. De voorgevel van de oude lakenhal zit vol verwijzingen naar de textielindustrie: op vijf tableaus is het productieproces in negen stadia uitgebeeld, en op het dak staan schapen.

Leids laken

Het Leids Laken is geen dun laken zoals we ‘lakens’ nu kennen. Voor de productie van het Leidse Laken wordt wol schoongemaakt en bewerkt door sorteerders en spinners en daarna geweven aan brede getouwen. Vervolgens wordt het laken vervilt en geschoren, zodat de stof warmer is dan geweven stoffen maar sterker dan vilt. De balen stof zijn wel vijftig meter lang en honderd pond (zo’n 50 kilo!) zwaar. Tot slot krijgt het goedgekeurde laken een keurmerk: het lakenloodje. Daarna verlaat het de lakenhal om te worden verhandeld in binnen- en buitenland.

Kritische ode

Deze bloeiende handel heeft ook een keerzijde: kinderarbeid is onderdeel van de Leidse textielindustrie en de stoffen worden gebruikt als ruilmiddel bij slavenhandel. Ook zijn de werkomstandigheden voor de textielarbeiders zwaar. Speciaal voor Museum De Lakenhal maakt Atelier Van Lieshout een gloednieuw beeld, getiteld Vooruit (2014). Dit beeld is een kritische ode aan die werkomstandigheden. Joep van Lieshout: “Enerzijds stelt het beeld een mens voor die het weefgetouw voortsleept. Anderzijds stelt het ook een weefgetouw voor dat de mens reeds de baas is; waarbij de machine de mens uiteen trekt om er textiel van te maken. In beide gevallen vindt er een symbiose plaats, waarbij mens en machine één worden.”

Verval

Vanaf de 18e eeuw verandert er veel. Goedkopere stoffen, met name uit Frankrijk, overspoelen de internationale markt. Ook komen arbeiders, door de introductie van de stoommachine, in grote fabrieken te werken aan mechanische spin- en weefmachines. Na een periode van economische bloei kan Leiden de concurrentie niet meer bijbenen. In de tweede helft van de 20e eeuw moet de ene na de andere textielfabriek de poorten sluiten. In 1977 vertrekt de laatste lakense stoffenfabriek, Krantz, uit de stad. Daarmee is de productie van het laken na zeven eeuwen voorgoed uit Leiden verdwenen.

Nieuw Leids Laken

Museum De Lakenhal blaast de geschiedenis van het Leids Laken een nieuw leven in. Vijf kunstenaars en ontwerpers (Petra Blaisse, Claudy Jongstra, Edwin Oudshoorn, Mae Engelgeer, Christie van der Haak) hebben een hedendaagse versie van het Leids Laken ontworpen, geïnspireerd op de collectie van het museum en het ambacht dat erachter schuil gaat. Dit 'Nieuw Leids Laken’ is exclusief te koop in de museumwinkel, mét lakenloodje.

Beluister meer over het Leids laken